In de nieuwe begroting van de gemeente Arnhem wordt niet bezuinigd op de bestrijding van armoede. De €435.000 die in 2012 extra is uitgegeven aan de Armoedeagenda wordt dankzij een amendement van GroenLinks, de SP en de PvdA niet gekort op het budget voor volgend jaar. “Dat is goed nieuws, want het betekent dat belangrijke voorzieningen zoals de Gelrepas kunnen blijven bestaan”, legt GroenLinks-raadslid Ria Peters uit. “In december worden de nieuwe plannen voor armoedebestrijding bekend. Dankzij ons amendement kunnen we nu beginnen met een schone lei in plaats van met een forse overschrijding. Hopelijk kunnen we er daardoor voor zorgen dat alle voorzieningen – voor minima met een uitkering maar ook voor werkende armen – blijven bestaan.”
Bij het vaststellen van de nieuwe agenda in december gaat GroenLinks weer haar uiterste best doen om te zorgen dat het armoedebeleid in stand blijft. Ria: “In deze economisch zware tijden mag er geen euro bezuinigd worden op armoedebestrijding. Het is nu in ieder geval gelukt dat te voorkomen.” Het verkleinen van de tweedeling tussen rijk en arm is volgens GroenLinks heel belangrijk en de Armoedeagenda draagt hieraan bij. “Bij de presentatie van de nieuwe plannen gaan we weer kritisch in de gaten houden of het niveau van voorzieningen zoals de Gelrepas, maar ook bijvoorbeeld de bijzondere bijstand, de schoolkostenregeling en de maaltijdvoorziening, acceptabel blijft.” Bekijk hier het amendement dat aangenomen is bij de MJPB.
Eerder dit jaar zorgde GroenLinks er al voor dat er ook faciliteiten komen voor ‘werkende armen’: mensen die wel een baan hebben, maar die toch onder de armoedegrens leven. Dankzij de motie van GroenLinks bij de Perspectiefnota is hierover nu een speciale veranderopgave geformuleerd. Ria: “De groep ‘werkende armen’ groeit en daar maken we ons zorgen over. Daarom is het belangrijk dat een deel van het budget voor deze groep gebruikt wordt. De werkenden met een laag inkomen moeten gecompenseerd worden en ook hun kinderen moeten kunnen sporten en cultuureducatie kunnen krijgen. We zijn benieuwd hoe het college deze opgave verder uit gaat werken.”