Het uitgangspunt van het Arnhemse daklozenbeleid is dat niemand onvrijwillig op straat moet komen te staan. Dat betekent dat er altijd voldoende plek moet zijn bij de doorstroomvoorziening voor daklozen. Er zijn recentelijk zorgen ontstaan over de vraag of er wel voldoende opvangplaatsen zijn tijdens piekmomenten. GroenLinks deelt deze zorgen, maar steunde de hierover ingediende motie niet. Marieke Overbeek: “Deze motie was namelijk overbodig, omdat wethouder Kok twee weken geleden heeft toegezegd dat hij de monitoring van de situatie van het afgelopen halfjaar binnenkort met de raad gaat bespreken. Pas als we de cijfers gezien hebben, kunnen we beoordelen of er extra actie ondernomen moet worden zodat niemand onvrijwillig op straat komt te staan.”
Omdat het college al beloofd heeft de situatie met de gemeenteraad te bespreken, was deze motie dus overbodig. GroenLinks is het echter wel eens met de strekking ervan. “Natuurlijk is het heel erg belangrijk dat er voldoende opvangplekken voor daklozen zijn”, zegt Marieke. Sinds de nota ‘Minder opvang, beter leven’ is de daklozenopvang in Arnhem anders georganiseerd. Daardoor is het moeilijk om de situatie nu in te schatten. “Dat iemand weggestuurd is bij de doorstroomvoorziening kan ook betekenen dat hij bijvoorbeeld doorgestuurd is naar de jongerenopvang, omdat hij jonger dan 26 is. We moeten gewoon heel even geduld hebben tot de resultaten van de monitoring er zijn. Met die cijfers kunnen we dan aan de slag gaan en beoordelen of er tijdens piekmomenten te weinig plaatsen zijn. Dit alles neemt niet weg dat we het uitgangspunt dat inderdaad niemand onvrijwillig op straat moet komen te staan, van harte steunen.”