GroenLinks maakt zich grote zorgen om de groeiende armoede onder werkende armen. De situatie lijkt op landelijk niveau niet te verbeteren; het aantal werkenden in armoede is in de afgelopen 13 jaar anderhalf keer zo groot geworden. Meer perspectief op bestaanszekerheid en meer beleidsaandacht is wenselijk, want volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau hebben gemeenten werkende armen niet altijd in beeld.

Raadslid Marie José Navis: “Bij werkende armen gaat het niet alleen om bijstandsgerechtigden die  te maken krijgen met een armoedeval. Maar het zijn ook de mensen die onverwacht geconfronteerd worden met inkomensverlies zoals zzp’ers. Heeft Arnhem de groep werkende armen in beeld?” GroenLinks heeft daarom schriftelijke vragen gesteld aan het college.

In oktober berichtte  het NRC dat een groeiend aantal werkenden in armoede leeft. De meer dan 300.000 werkende Nederlanders die in armoede leven, wonen voornamelijk in grote steden. Een overgroot deel van de werkende die in armoede leven zijn zzp’er. Maar de groep kent naast zzp’ers ook een oververtegenwoordiging van alleenstaanden (met kinderen) en mensen met een migratie achtergrond.

Eind 2014 presenteerde GroenLinks de motie ‘ZZP'ers en werkenden in armoede’. In deze aangenomen motie werd het college opgeroepen te kijken hoe de communicatie over bestaande ondersteuningsmogelijkheden voor werkende armen verbeterd kan worden, en welke nieuwe maatregelen mogelijk nuttig kunnen zijn. De groei van de groep werkende armen neemt toe en voor gemeenten blijven deze groepen vaak verborgen. GroenLinks vraagt wederom aandacht voor werkende armen. Door vragen te stellen over de huidige situatie. Maar ook door vragen te stellen over de ambities van het college voor het creëren van specifieke aandacht voor werkende armen.