GroenLinks maakt zich zorgen over deze ontwikkeling en stelde daarom aan wethouder Leisink de volgende vragen:
1) Heeft de wethouder zicht op de oorzaken van de afname van de meldingen en hoe denkt de wethouder dat dit komt?
2) Denkt de wethouder dat er in de wijkteams voldoende kennis is om onveilige situaties op tijd te herkennen en deze opt tijd en op de juiste plaats te melden?
3) Wat doet of gaat de wethouder doen om de situatie rondom de veiligheid van kinderen in Arnhem goed in beeld te krijgen en om te zorgen dat we geen kinderen missen die dringend hulp of bescherming nodig hebben en in welke zin neemt de gemeente de regie waar het gaat over ketensamenwerking jeugd en veiligheid?
De wethouder liet weten dat het aantal meldingen bij Veilig Thuis juist is toegenomen en dat het aantal onderzoeken dat door de Raad van Kinderbescherming wordt gedaan vergelijkbaar is met eerdere jaren. Het aantal maatregelen dat wordt genomen om kinderen tegen hun ouders in bescherming te nemen is wel afgenomen. Dit zou kunnen betekenen dat er minder maatregelen nodig zijn, maar het zou ook kunnen betekenen dat gevallen minder goed opgepikt worden. Het over het hoofd zien van gevallen zou uiteraard zeer kwalijk zijnn, maar dit kan niet volledig worden voorkomen. De wethouder is ervan doordrongen dat een goede opleiding van professionals essentieel is om dit zo veel mogelijk te beperken.