GroenLinks Arnhem maakt zich grote zorgen over de toekomst van de mensen die het moeilijk hebben in de Arnhemse samenleving: mensen die, bijvoorbeeld vanwege een beperking, afhankelijk zijn van sociale voorzieningen. Om die reden is het volgens GroenLinks van groot belang ook in de toekomst goed armoedebeleid te voeren, ondanks de naderende bezuinigingen. Onderstaand een uitgebreid interview over de armoedeproblematiek met Ria Peters, raadslid voor GroenLinks Arnhem.

Hoe belangrijk vindt GroenLinks het onderwerp ‘armoedebestrijding’?

Heel erg belangrijk. Afgelopen zaterdag hebben we in een bijeenkomst met de fractie en het bestuur van GroenLinks Arnhem besloten dat armoedebestrijding vanaf nu ons belangrijkste speerpunt is. Het groene aspect is voor ons natuurlijk ook erg belangrijk, maar er zijn al een aantal lopende projecten op het gebied van duurzaamheid, zoals de oprichting van een lokaal duurzaam energiebedrijf. De fractie koos er nu unaniem voor om juist met het thema armoedebestrijding aan de slag te gaan, omdat we het heel belangrijk vinden nu ook ons sociale gezicht wat helderder voor het voetlicht te brengen. We moeten zorgen dat de kloof tussen arm en rijk niet groter gaat worden door de huidige ontwikkelingen op landelijk niveau. En liever nog zouden we natuurlijk willen proberen de verschillen tussen arm en rijk kleiner te maken.

Is er in het coalitieakkoord iets opgenomen over het Arnhemse armoedebeleid?

Ja, in het lenteakkoord is opgenomen dat de coalitie het armoedebeleid wil handhaven op het huidige niveau. Dat klinkt misschien wat zuinig, maar is toch redelijk ambitieus gezien het feit dat er de komende jaren flink bezuinigd zal gaan worden. Op dit moment bevinden we ons als raad in de eerste fase van de bezuinigingsbehandeling: afgelopen maandag hebben we de eerste informatieve vragen kunnen stellen omtrent de voorgenomen bezuinigingen. Als lid van de commissie Cultuur, educatie, economie, sport en sociale zaken (CEESS) zal ik me namens de fractie de komende maanden uitgebreid met dit onderwerp bezig blijven houden. Uiteindelijk zal in april een definitief besluit genomen worden over alle bezuinigingen.

Onderhoudt de GroenLinks-fractie contact met Arnhemse organisaties en personen op het gebied van armoedebestrijding?

Uiteraard is het heel belangrijk om in contact te blijven met organisaties die zicht hebben op de situatie omtrent armoede in Arnhem. In voorbereiding op het bezuinigingsproces heb ik, als eerste stap, in november al een uitgebreid gesprek gevoerd met de projectleider van de gemeente Arnhem die het armoedebeleid onder zijn hoede heeft. Dit gesprek was vooral bedoeld om eens wat meer te weten te komen over hoe er door de gemeente met het armoedebeleid wordt omgegaan, en hoe de armoedeagenda er in Arnhem nu precies uit ziet. Die bleek er heel goed uit te zien, bijvoorbeeld doordat heel goed nagedacht is over schrijnende gevallen. Ook voor mensen die niet precies binnen bestaande regelingen passen, is er een goed vangnet. Omdat het armoedebeleid is vastgesteld tot en met 2011, hopen we er nu voor te kunnen zorgen dat dit beleid gehandhaafd blijft.

De regering is van plan het stelsel van sociale voorzieningen te gaan herzien. Wat voor veranderingen zijn er te verwachten op landelijk niveau en wat zullen de consequenties daarvan zijn?

De komende tijd zal er ongelofelijk veel druk op dat armoedebeleid komen te staan vanwege landelijke ontwikkelingen. Het belangrijkste is dat de regering één regeling wil maken voor de zogenaamde‘onderkant van de samenleving’, (een heel vervelende term overigen) waarbij de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong) en Wet Sociaal Werk (WSW) worden samengevoegd. De inkomensgrens voor het gemeentelijk minimabeleid wordt dan genormeerd, wat wil zeggen dat de hoogte van de uitkering gekoppeld is aan het minimumloon, dat waarschijnlijk naar beneden wordt bijgesteld. Ik ben er heel bang voor dat het er hierdoor vooral voor de mensen met een beperking, wat voor beperking dan ook, slechter uit gaat zien.

In welke zin wordt het voor deze mensen dan slechter?

Doordat er strengere eisen aan mensen gesteld worden binnen die nieuwe regeling, zullen meer mensen buiten deze regeling gaan vallen. Dit zal er zeer waarschijnlijk toe leiden dat de groep mensen aan de onderkant van de samenleving groter wordt. Een jonge invalide, die nu onder de Wajong valt, zal bijvoorbeeld minder snel een indicatie krijgen waardoor ze inderdaad in aanmerking komen voor de nieuwe regeling. Is dat niet het geval, dat zal hij of zij direct onder de WWB vallen. Dit geldt onder andere ook voor mensen met een sociaal werk-indicatie. Deze mensen krijgen nu, bijvoorbeeld bij Presikhaaf Bedrijven, een soort minimumuitkering; maar het bedrag wat ze dan in de bijstand zouden krijgen is lager.

Waarom zou het een probleem vormen als deze mensen een bijstandsuitkering krijgen? Je zou zeggen dat ze, als ze inderdaad buiten de nieuwe regeling vallen, blijkbaar geen hoger bedrag nodig hebben.

Het probleem is dat mensen in de bijstand zich eigenlijk vrijwel niets meer kunnen veroorloven. Dan heb je bijvoorbeeld echt een probleem als je een kapotte wasmachine hebt. Er zijn wel speciale regelingen, maar de vraag is of we dat nog wel kunnen betalen als daar een groter beroep op wordt gedaan. Mensen die verder nergens recht op hebben vallen daar nu onder en hebben dan een uitkering op het allerlaagste niveau, gebaseerd op het bestaansminimum. Mensen zouden daarvan moeten kunnen leven, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik vind dat onterecht voor deze mensen, omdat je kunt veronderstellen dat zij helemaal niets kunnen doen aan hun situatie, bijvoorbeeld aan het feit dat ze invalide zijn.

Dus het is onrechtvaardig?

Deze mensen krijgen weliswaar een gelijk inkomen, maar de vraag is of ze ook dezelfde kansen hebben. Ik heb het sterke vermoeden voor een aantal mensen geldt dat ze geen gelijke kansen hebben. Bovendien blijkt nu al dat die mensen heel moeilijk aan het werk komen, en dat zal in de toekomst heus niet beter worden.

We hebben het nu over de gevolgen van ontwikkelingen op landelijk niveau. Wat kan je dan op het niveau van de gemeente doen?

Je zou in Arnhem kunnen kijken of je in je beleid in ieder geval goed rekening kunt blijven houden met de (on)mogelijkheden van die mensen om in hun eigen inkomen te voorzien. Ik denk dat, als die mensen de stap naar arbeid moeilijker kunnen zetten, en wat langer aanspraak maken op een uitkering, al eerder dan nu een beroep zullen moeten doen op bijzondere bijstand. Het risico is dat ze een armoedeval gaan maken. Daarom moet er op gemeentelijk niveau een goed vangnet zijn. Het hangt natuurlijk allemaal samen de reïntegratie van mensen op de arbeidsmarkt. Aan de ene kant is het belangrijk om daar op in te zetten en mensen aan het werk te helpen. Aan de andere kant is er ook een groep mensen waarbij dat echt niet lukt. Ik ben er bang voor dat we misschien niet voldoende blijven inzetten om deze mensen te ondersteunen. Die eerste groep wordt aardig bediend, maar de groep die het – vaak vanwege hun beperking – niet lukt om mee te doen moet ook goed ondersteund worden.

Want je vreest dat vooral mensen uit die groep wel eens een armoedeval zouden kunnen gaan maken?

Ja, en ik ben bang dat steeds meer mensen daardoor een beroep moeten doen op de armoedeagenda. En die armoedeagenda kan dat waarschijnlijk niet aan. Het blijft voor mij de vraag of we niet te veel de nadruk leggen op de eigen kracht van mensen en daardoor vergeten dat er mensen zijn die echt niet aan de slag kunnen. Ik maak me er zorgen over of we de komende jaren mensen nog wel kunnen voorzien van de extra ondersteuning en begeleiding die zij nodig hebben. Ik vind dat wij daar als GroenLinks een taak in hebben, om dat heel goed in de gaten te houden en eventueel voorstellen te gaan doen om daarop te anticiperen. Er moet genoeg geld en voldoende middelen zijn het armoedebeleid waar te maken, zodat er in de Arnhemse samenleving niemand uitgesloten wordt. Dat geldt zowel voor het meedoen van mensen in allerhande activiteiten, als voor het financieel meedoen van die mensen.

Ben je dan vooral bezig met het compenseren van de nieuwe regelingen op landelijk niveau, of ook echt met de doelstelling de kloof tussen rijk en arm te dichten?

Door deze mensen wat meer mee te laten doen dicht je wel degelijk een beetje de kloof tussen rijk en arm. Ik vind wel dat er in de landelijke politiek ook harder aan getrokken zou moeten worden en dat bepaalde dingen – zoals het samenvoegen van een aantal regelingen – zeer kritisch gevolgd zal moeten worden.

Wat gaat GroenLinks de komende tijd concreet doen aan armoedebestrijding?

Er is binnen GroenLinks Arnhem een werkgroep in het leven geroepen, die bestaat uit twee bestuursleden en mijzelf, met als doel concrete gedachtes omtrent het armoedebeleid te ontwikkelen. Zelf beschouw ik het als mijn opdracht om, zoals ik ook afgelopen maandag gedaan heb door vragen te stellen, zeer kritisch te volgen of alle besluiten die rondom de bezuinigingen genomen worden, niet ten koste gaan van het armoedebeleid en de armoedeagenda. De basisgedachte daarachter is dat de kloof tussen arm en rijk zeker niet groter mag worden. We kunnen natuurlijk nog niet helemaal overzien wat voor landelijk beleid er daadwerkelijk gaat komen, en of de veronderstelling klopt dat er meer mensen in de knel gaan komen. Overigens maak ik me, behalve over mensen met een uitkering, ook zorgen over de groeiende groep werkende armen en de groeiende groep arme ZZP’ers. Uit een recent rapport blijkt verder dat Arnhem een relatief grote groep kinderen kent die in achterstandssituaties opgroeien. Ook het belang van deze groep is een belangrijk aandachtspunt de komende jaren. Op dit moment zijn veel dingen goed geregeld via de Arnhem card, maar de vraag is of we die wel kunnen blijven betalen.

Je hebt een aantal vragen gesteld aan de wethouder, Michiel van Wessem. Hoe stelt hij zich op?

De wethouder denkt dat het aantal mensen in de bijstand af zal nemen, doordat er meer in geïnvesteerd zal worden dat mensen meedoen. Het gevaar is echter dat er onvoldoende aandacht is voor de groep mensen die dat niet zal kunnen. Ik heb hem gevraagd naar zijn ambitie op het gebied van armoedebeleid, en hij antwoordde dat hij vooral door middel van ‘innovatieve ideeën’ het armoedebeleid betaalbaar wil houden. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan het aanbieden van tweedehands in plaats van nieuwe goederen, het stimuleren van het gebruik van landelijke voorzieningen, en mensen die zich dat kunnen permitteren bijvoorbeeld laten betalen bij de belastingservice. Het is natuurlijk prima om te kijken of de voorzieningen allemaal wel stimulerend werken, of ze wel het juiste effect hebben, en of ze niet wat meer op maat aangeboden kunnen worden. Maar of dit toereikend is zal nog moeten blijken.

Heb je er vertrouwen in dat het goed komt met de Arnhemse armoedebestrijding?

Ik vond het geweldig om te zien hoe bevlogen en professioneel de programmamanager van de gemeente is. We zijn helaas op dit moment ongelofelijk afhankelijk van landelijke besluiten. Ik ben er ook een beetje bang voor dat mensen die nu net op de grens van een regeling zitten, er straks net buiten gaan vallen waardoor ze veel minder te besteden hebben. Ik ga in ieder geval de komende tijd met verschillende cliëntenorganisaties en particuliere organisaties in gesprek die zich bezig houden met armoedebestrijding. Hopelijk lukt het om de armoedebestrijding op peil te houden en ervoor te zorgen dat elke Arnhemmer mee kan blijven doen.