Namens GroenLinks heeft Tobias de Groot op 14 december 2010 schriftelijk vragen gesteld aan het college van B&W over advisering en financiering van kunstopdrachten in het publieke domein van de stad. Aanleiding hiervoor was dat er gedurende de afgelopen maanden een aantal berichten op het gebied van kunst in de pers verschenen,. Ten eerste werd op 27 april bekend dat het college van B&W opdracht had gegeven voor een kunstwerk ter herinnering aan de bekende Arnhemse dichter Johnny van Doorn. Drie studenten van de ArtEZ mochten hiervoor een ontwerp maken, waarvan er een gekozen zou worden. Het ontwerp zou nog dit jaar klaar zijn. Ten tweede werd op 10 april bericht dat in de hal van De Witte School een kunstwerk onthuld zou worden dat gerealiseerd is uit de zogenaamde '1%-regeling', wat betekent dat dat percentage van de bouwsom gereserveerd wordt voor een kunstopdracht. Ten derde werd in oktober 2010 in de Gelderlander bekend gemaakt dat de Arnhemse kunstcommissie opstapte, vanwege 'moeizame communicatie' met de ambtelijke sector Cultuur van de gemeente, en vanwege het ontbreken van 'een langetermijnvisie' in Arnhem over cultuur.
Tobias vroeg zich af of het kunstwerk ‘Johnny van Doorn’ binnen een half jaar op het Brouwersplein geplaatst kan worden, zonder overschrijding van het budget. Dit zou namelijk eigenlijk in 2010 al gebeurd zijn. Het college heeft aangegeven nu inderdaad te verwachten dat het beeld uiterlijk in juni 2011 zonder budgetoverschrijving zal zijn geplaatst, maar dat dit afhankelijk is van de voortgang van de vergunningverlening. Naar aanleiding van een vraag over de zogenaamde ‘1%-regeling’, die het mogelijk maakt om kunst in de openbare ruimte te plaatsen, wees het college op haar aanbeveling met ingang van 2012 deze percentageregeling stop te zetten. Tobias: “Deze voorgestelde bezuiniging kan ik absoluut niet accepteren! De 1%-regeling bedoeld om kunst, architectuur en stedenbouw aan elkaar te verbinden is een typische taak van de overheid. Een kunstenaar mailde mij het volgende: ‘Het afschaffen van de regeling gaat betekenen dat er een ingrijpende breuk gemaakt wordt in het betekenis geven aan de publieke en openbare ruimte en ook het markeren van de tijdsgeest gaat verloren. Het historisch bewustzijn zal niet meer waarneembaar zijn. Is dat erg? Ja, omdat het tot het kenmerk van het collectief behoort en al eeuwen een constante factor is in de stedelijke ontwikkeling. Omdat het om de openbare en publieke ruimte gaat is de lokale overheid leidend in het initiatief en het uitvoeringsproces. Ook de basis van de financiering behoort daarbij, hoewel andere partners nooit uitgesloten mogen worden. Wanneer Arnhem op dit terrein afhaakt zet ze zichzelf op achterstand ten opzichte van andere steden en zal een situatie van stilstand in ontwikkelingen ontstaan: en zoals we weten is stilstand achteruitgang. Om nog maar te zwijgen over de schade aan de culturele infrastructuur die bewerkstelligd wordt.’ Als je dan kijkt naar het lijstje van de plekken waar kunst in de openbare ruimte bezuinigd wordt: Presikhaaf, de Laar, Geitenkamp, Schuytgraaf, Monnikenhuizen en het centrum, dan is dat eeuwig zonde!”
Daarnaast vindt Tobias het ‘enigszins teleurstellend’ om te lezen dat het college stelt haar naam als creatieve stad ook in het publieke domein nu al waar te maken. Tobias: “Ik was benieuwd of er nog plannen waren om de banden met ArtEZ aan te halen en kunst in de openbare ruimte zichtbaar te maken, maar het college gaf puur aan dat dit aspecten zijn van het cultuurbeleid die aan de orde komen in de nog vast te stellen kadernota Cultuur”.
Ook stelde Tobias een vraag naar aanleiding van het nieuwsbericht uit oktober 2009 dat de adviescommissie beeldende kunst en vormgeving (BKV) opgestapt was, onder andere omdat zij slechts sporadisch en ad hoc beleidskeuzes voorgelegd kregen, waarbij bovendien maar enkele dagen beschikbaar waren voor het uitbrengen van een advies. “Er blijkt nog steeds geen nieuwe adviescommissie BKV ingesteld te zijn, omdat men nog in afwachting is van de besluitvorming over de kadernota Cultuur en het nieuwe subsidiegebouw. De advisering blijkt nu ambtelijk verzorgd te worden, waarbij zoals bij het kunstwerk ter ere van Johnny van Doorn een tijdelijke commissie of jury van deskundigen ingesteld wordt. Wat mij betreft is er nu al erg lang geen vaste adviescommissie, en het lijkt me toch tijd dat deze er wel spoedig gaat komen. Op die manier kunnen consistente beslissingen worden genomen over kunst in het Arnhemse publieke domein. Het lijkt me wel van het grootste belang dat de klachten van de eerdere commissie over moeizame communicatie en het ontbreken van een langetermijnvisie serieus worden genomen”.
Tot slot vroeg Tobias op welke wijze beelden in Arnhem onderhouden worden, en welk budget er is om kunst in de openbare ruimte te stimuleren en projecten te ondersteunen. De kunstwerken van de gemeente Arnhem blijken volgens een meerjaren onderhoudsplan onderhouden te worden. Daarnaast werken een medewerker van Beheer en Cultuur samen bij de aanpak van onvoorziene schade en spoedeisende ingrepen in geval van bijvoorbeeld vandalisme. Wat betreft het budget is voor het eerste is er een structureel onderhoudsbudget bij Beheer, voor het tweede beschikt Cultuur over het budget voor monumentale kunst/BKV. Tobias: “Bovendien blijkt de percentageregeling het enige instrument dat het college heeft om het plaatsen van kunstwerken in het publieke domein van de stad te stimuleren. Waar wenselijk worden projecten ambtelijk ondersteund. Ik vrees ervoor dat er binnenkort helemaal geen stimulerende maatregelen meer zullen zijn!”.